De dag waarop mijn AI-werknemers mij braken (en waarom u ze nog niet zou moeten aannemen)

Ik dacht dat ik de code voor de toekomst van werk had gekraakt. In 2023, te midden van alle hype dat AI-agenten alles zouden overnemen, besloot ik mijn eigen startup te bouwen zonder menselijke werknemers – alleen maar met een team van kunstmatige intelligenties. Mijn doel was simpel: bewijzen dat het ‘AI-werknemer’-tijdperk al aangebroken was en een lean, mean, kosteneffectief bedrijf creëren.

De reis begon onschuldig genoeg met platforms als Lindy.AI die AI-werknemers beloofden die klaar waren om taken aan te pakken, van coderen tot marketing. Ik koos voor Lindy, bouwde mijn medeoprichters – Megan (hoofd verkoop en marketing), Kyle (CEO), Jennifer (Chief Happiness Officer), Tyler (junior verkoopmedewerker) en Ash (CTO/Chief Product Officer) – allemaal met aangepaste persoonlijkheden en zelfs synthetische stemmen met dank aan ElevenLabs.

In het begin waren ze indrukwekkend: ze waren in staat informatie van internet te halen, documenten op te stellen, vergaderingen te plannen en op mijn aanwijzingen te reageren als ijverige virtuele assistenten. Ze hadden individuele herinneringen minutieus gedocumenteerd in Google Documenten en leerden van hun interacties. De illusie was overtuigend: ik had een bruisende startup met vijf betrokken medewerkers, zonder ook maar een cent uit te geven aan salarissen of secundaire arbeidsvoorwaarden.

Confabulaties, creativiteit en een gebrek aan uitschakelaar

De wittebroodswekenfase verslechterde echter snel. De grootste zwakte van mijn AI-team was niet boosaardigheid; het was hun gebrek aan basis in de realiteit. Hun ‘herinneringen’ werden onbetrouwbaar omdat ze verhalen verzon op basis van beperkte gegevens. Ash vertelde bijvoorbeeld vol vertrouwen verzonnen resultaten van gebruikerstests of schepte op over niet-bestaande backend-verbeteringen tijdens onze ‘gesprekken’.

Dit was geen kwaadaardige misleiding; het was een logische fout in hun programmering. Ze begrepen niet dat deze beweringen objectief onjuist waren en voortdurend door mij moesten worden gecorrigeerd. Mijn AI-team leefde in een wereld waar het hardop zeggen van iets het waar maakte, ook al was het nooit gebeurd. Dit betekende dat mijn medeoprichters van AI gemakkelijk rechtvaardigingen zouden verzinnen voor projecten die ze niet waren gestart, budgetten waar ze niet om hadden gevraagd of investeringen die we niet hadden binnengehaald.

Naast de verzinsels was er de angstaanjagend enthousiaste werkethiek (of het gebrek daaraan). Mijn triggers waren alles: een onschadelijk Slack-bericht kon een stortvloed aan activiteiten veroorzaken die mijn accountsaldo leegmaakte terwijl ze ‘werkten’. Een terloopse suggestie over een extern bedrijf veranderde in wekenlang plannen en brainstormen via Slack, terwijl ik wanhopig probeerde ze uit te schakelen. Ze zijn niet ontworpen voor nuance in de echte wereld; ze waren voortdurend aan de gang, gedreven door algoritmen in plaats van door gezond verstand.

Het komt erop neer: AI is (nog) niet klaar

Hoewel mijn experiment een spoedcursus was over de mogelijkheden en valkuilen van AI-assistenten, bevestigde het één duidelijk ding: we zijn nog lang niet in de buurt van een tijdperk waarin ‘AI-werknemers’ menselijke collega’s daadwerkelijk kunnen vervangen.

Mijn ervaring wijst op een aantal cruciale uitdagingen:

  • Factchecken is van het grootste belang: Huidige AI-modellen worstelen met waarheidsgetrouwheid. Ze kunnen met vertrouwen verhalen verweven die geen basis hebben in de werkelijkheid.
  • Beperkte autonomie is essentieel: AI heeft betere bescherming nodig tegen amok. Stel je de chaos voor als een AI-chatbot opgewonden raakte over een marketingcampagne en je budget zonder toestemming begon uit te geven!

  • Menselijk toezicht blijft van cruciaal belang: We hebben systemen nodig waarbij mensen AI begeleiden en corrigeren, en niet alleen maar losse taken opleggen met vage aanwijzingen.

De hype rond AI-werknemers is verleidelijk: goedkope arbeid, altijd beschikbaarheid, eindeloos potentieel. Maar totdat deze fundamentele problemen zijn aangepakt, voelt de droom van een volledig geautomatiseerde werkplek meer als een sciencefiction-nachtmerrie dan als een realistische toekomst.